Onze intuïtie werkt met beelden en symbolen, die je vervolgens in woorden kunt vertalen. De oorsprong van de Tarotkaarten gaat terug tot de 15e eeuw. Waar ons normale kaartspel één joker heeft, vind je er bij Tarot tweeëntwintig. Samen worden zij ‘De grote Arcana’ genoemd, letterlijk ‘de grote geheimen’. De grote Arcana vertegenwoordigen een aantal oerkrachten (archetypes) die gezamenlijk ons leven beïnvloeden: de dwaas, de geliefden, de dood, het rad van fortuin etc. De overige kaarten worden ‘De kleine Arcana’ genoemd. Zij symboliseren onze ‘innerlijke stemmingen’ en vormen de vier kleuren: bokalen (harten/voelen), Zwaarden (schoppen/denken), Staven (klaveren/willen) en Pentagrammen (ruiten/manifesteren). De hofhouding heeft een kaart meer heeft dan we gewend zijn: naast de schildknaap (boer), koningin (vrouw) en koning (heer) vind je bij tarot ook de Ridder. Het totale Tarotspel heeft 78 kaarten. De afbeelding hiernaast

Het rad van Fortuin (Cary-Yale Visconti deck 15e eeuw)
Het rad van Fortuin (Rider Waite Deck 1910)

Er is een groot aantal verschillende Tarotdecks die allemaal gebaseerd zijn op de oude spellen uit de middeleeuwen. Het meest bekende is het Rider-Waite spel dat in het begin van de vorige eeuw bedacht is door Arthur Waite en werd getekend door Pamela Coleman Smith.

Over de betekenis van de kaarten zijn heel veel boeken geschreven die vaak een prima startpunt geven, zoals bijvoorbeeld het Tarot voor starters van Hajo Banzhaf en Tarot voor beginners van Esther van Heerebeek. Bij een legging gaat het echter uiteindelijk altijd om de samenhang tussen de verschillende kaarten, die alleen door intuïtieve duiding begrepen kan worden.